Het verhaal speelt zich af in Tongerlo (Vlaanderen) eind jaren twintig van de twintigste eeuw. Loonwerker Kasper en zijn vrouw Leine Golien wonen in een eenvoudig huisje, met hun vijf kinderen en de zesde op komst. Kaspers zus Evina en haar man Ed kunnen geen kinderen krijgen, terwijl ze dat heel graag willen. Ze stellen voor dat zij een van de kinderen opnemen in hun huis in de kustplaats Nieuwpoort. Het wordt de vijfjarige Anna. Zij beleeft hier een heerlijke jeugd en maakt vrienden voor het leven. Als haar oom en tante overleden zijn, is ze zestien en moet ze terug naar haar arme familie. Vooral haar zus heeft het daar erg moeilijk mee en doet er echt alles aan Anna’s leven zo zuur mogelijk te maken. Ook van de rest van het gezin hoeft ze niet veel liefde te verwachten. Gelukkig heeft Anna aan mannelijke aandacht geen gebrek, maar wie kiest ze? De karakters, het arme Vlaamse leven en de dreiging van de Tweede Wereldoorlog worden goed uitgewerkt. Helaas komen er enkele niet-noodzakelijke bastaardvloeken in voor (God, gadverdamme). Van de auteur verschenen bij eerder onder andere ’Niemandskind’ (2014) en ‘Met hart en ziel’ (2016).