Na de dood van hun ouders wil Celien Cobbe niets liever dan een gelukkig leven met haar zusje Stien opbouwen. Tot haar grote geluk komen ze terecht in een warm nest bij de doktersfamilie Boogers en vindt ze ook een fijne baan op het kasteel van de Barraults. De harmonie wordt ruw verstoord wanneer de Tweede Wereldoorlog België bereikt. Meteen van bij het begin weet de schrijfster haar leespubliek het verhaal in te trekken en niet meer los te laten tot op het einde. Met Celien zet ze een interessant, authentiek en sympathiek personage neer, van wie de levensloop oprecht boeit. In een sfeervolle setting ontplooit het verhaal zich met steeds netjes afgewerkte verhaallijnen, waardoor het einde bevredigend en compleet is. Ondanks de setting beperken de gruwelijkheden zich tot beknopte omschrijvingen, waarbij de beleving van voornamelijk Celien centraal staat. Een absolute aanrader, met als bonus een verhelderende epiloog. De auteur schrijft zowel moderne als historische romans die zich vooral in Vlaanderen afspelen.