Een dier (ik-persoon) zit bij een rivier, wanneer een ‘tweepotige’ hem ziet. De bijbehorende illustratie laat zien hoe een man hurkt bij een kortharig dier met de omvang van een middelgrote hond. Om erachter te komen wat voor dier het is, gaan de man (de ‘kortharige’) en zijn vriendin (de ‘langharige’) naar de dierenarts. Deze herkent Barry, zoals hij wordt genoemd, als een capibara, een reuzencavia. Die mogen niet als huisdier worden gehouden en dus verhuist Barry naar de dierentuin. Aanvankelijk is het verblijf in de zoo succesvol, maar na een tijdje wordt Barry als gevaarlijk beschouwd en verbannen naar een kinderboerderij, dichtbij de rivier. Met hulp van de dochter van de dierenarts kan hij ontsnappen, wat het verhaal rond maakt. Het boek is ingedeeld in dertien getitelde hoofdstukken. Voor kinderen herkenbare en gewone begrippen krijgen door de ogen van Barry een nieuw perspectief. Willekeurige woorden zijn cursief gedrukt om dit effect te versterken. He verhaal is educatief door alliteratie, woordspelingen en gebruik van metaforen. Levendige, kleurrijke illustraties vullen de tekst aan. De omkering is grappig, soms iets te nadrukkelijk pedagogisch-didactisch. De auteurs maken samen ook de prentenboeken over teckel Tokkel*. Voorlezen vanaf ca. 6 jaar.