Deze debuutroman van de 28-jarige Vlaamse historica speelt in het Leuven van de 18de eeuw, waar het contrast tussen arm en rijk immens is. De 13-jarige Louise en haar blinde vader slagen erin om al bedelend te overleven. Als haar vader sterft gaat Louise de prostitutie in. Ze wordt de lichtekooi van Loven en probeert haar eigenwaarde te behouden in een spijkerhard milieu. Ze verbergt haar zwangerschappen, de kinderen die ze baart worden meteen weggevoerd, de concurrentie is genadeloos. Twee figuren brengen licht in haar leven: de jonge schilder Sebastiaan, die droomt over een carrière in Florence, en de wijnhandelaar Alexandre, die haar als zijn persoonlijke maîtresse installeert in zijn Leuvens huis, haar leert lezen en haar inwijdt in de filosofie van Spinoza. Louises leven lijkt een positieve wending te nemen, tot een genadeloze ziekte toeslaat. Deze klassieke historische roman bevat een aantal wijdlopige passages, maar is goed gedocumenteerd en geschreven in een vlotte, toegankelijke stijl. Een veelbelovend debuut dat een ruim lezerspubliek kan aanspreken. Normale druk.